Werken en leven met en tussen mensen die revalideren is anders dan zorg dragen voor patiënten in een acuut ziekenhuis. Zeker in tijden van COVID-19. Voor onze revalidatiecampus in Wetteren was het een voortdurend balanceren tussen de vele strenge (maar broodnodige) coronarichtlijnen, menselijk blijven en ondertussen streven naar herstel.
“Wij werken altijd vanuit de vraag: welke noden hebben de patiënten en hoe kunnen zij optimaal nut halen uit hun revalidatie? Dat is voor ons warme zorg”, begint revalidatiearts dr. Hannelore Debyser. “Zowel vóór COVID-19, erna, maar zeker ook tijdens.”
Huiselijke sfeer
De revalidatiecampus van het A.S.Z. ligt in Wetteren, ver weg van haar acute broertjes in Aalst en Geraardsbergen. “Een pluspunt”, aldus dr. Debyser. “We willen voor onze patiënten een warme en huiselijke sfeer creëren. Zo probeert iedereen van ons multidisciplinair team om een goede band op te bouwen met de patiënten: kinesist, revalidatiearts, verpleegkundigen, logopedisten, ergotherapauten, psycholoog, diëtist, sociaal verpleegkundige,… We blijven uiteraard altijd professioneel, maar op een betrokken manier. Doordat we allemaal in één gebouw samenwerken, kunnen we kort op de bal spelen. Voelt een patiënt zich mentaal niet lekker, dan kan de psycholoog daar meteen op inspelen. Zo krijgen we respectvolle zorg helemaal op maat van de patiënt. Dát en een enthousiaste aanpak door onze teamleden is volgens mij de sleutel tot succes.”
Stappen en fietsen op de kamer
Ook tijdens de coronagolven zocht het team naar mogelijkheden om de patiënten – zij het soms beperkt – verder te laten revalideren. “Het was een pittige periode”, gaat dr. Debyser verder. “We wilden uiteraard alles veilig laten verlopen. De regeltjes werden nauwgezet opgevolgd: veel ontsmetten, uitbraken clusteren, ramen en deuren open laten, bezoek beperken of zelfs verbieden … Bij elke grote uitbraak was het ook de regel om onze medewerkers zoveel mogelijk op dezelfde verdieping te houden. Geen evidentie als je weet dat we op dat moment kampten met heel wat uitval onder het personeel. We hebben altijd geprobeerd om de revalidatie zo normaal mogelijk te laten verlopen, beneden in de grote zaal waar alle toestellen voor handen zijn. Al werd het soms onvermijdelijk om patiënten te isoleren op hun kamer. Dan moet je creatief zijn om bijvoorbeeld mensen te laten stappen op een kleine oppervlakte. Op een bepaald moment hebben we zelfs hometrainers verhuisd naar patiëntenkamers.”
De babbelbox
Welke creatieve oplossingen het team ook bedacht, je kunt er niet omheen: de campus in Wetteren is een heel andere setting dan die in Aalst of Geraardsbergen. “Onze patiënten verblijven hier vaak weken, zelfs maanden”, zegt dr. Debyser. “Dan is het onmenselijk om hen volledig te isoleren van de buitenwereld. Bovendien werkt het ook niet echt bevorderlijk voor hun herstel.” Toch bleven de patiënten in Wetteren niet op hun honger zitten. “Tijdens het bezoekverbod in onze ziekenhuizen schakelden we tablets in. Zo konden ze visueel contact houden met het thuisfront. We installeerden ook de babbelbox. Patiënten brachten we naar een leegstaand lokaal op de gelijkvloerse verdieping waar er voldoende afstand kon bewaard worden Op die manier konden ze een min of meer normaal gesprek voeren met hun partner of familielid. Toen de bezoekregels versoepelden hebben we die babbelbox verhuisd naar het personeelsrestaurant. Deze goed te verluchten ruimte richtten we zo in dat bezoek opnieuw een optie werd voor alle patiënten. Toegegeven: we hebben ook goed gelobbyd. Ik denk dat campus Wetteren als één van de eersten een uitzondering kreeg voor wat betreft de strenge bezoekregels. Gelukkig maar.”
Verbondenheid
Dr. Debyser: “Ons multidisciplinair team is een warme groep die sterk aan elkaar hangt. Die verbondenheid straalt uit naar onze patiënten. Iets wat ze tijdens de coronagolven nog meer aanvoelden. We trokken sowieso meer tijd uit voor het sociale aspect. Iedereen was extra lief en attent. Indien nodig gaven medewerkers zich vrijwillig op om meer shiften te draaien zodat bijvoorbeeld patiënten tijdig in de babbelbox geraakten of om ervoor te zorgen dat (besmettelijke) knuffels of ander lichamelijk contact tijdens die bezoekjes tijdig vermeden konden worden. Ook tijdens de tweede golf trouwens. Een dikke pluim voor wat zij en zoveel anderen gedaan hebben!”


Back to Top